Koninklijke Serres van Laken
Kassencomplex bij paleis Laken

Foto PMRMaeyaert (CC BY-SA): De Kongoserre van de Koninklijke Serres van Laken met in de achtergrond de koepel van de Wintertuin
Bij het kasteel van Laken, het paleis van de koning van België, bouwde Alphonse Balat in opdracht van koning Leopold II een serrecomplex. De Koninklijke Serres van Laken werden door Leopold II elk jaar twintig dagen opengesteld voor het publiek. Deze traditie werd sindsdien door alle koningen na hem voortgezet.Wintertuin
De kassen bij het kasteel van Laken waren oorspronkelijk bedoeld als symbool van de koninklijke macht in Belgisch-Congo. Koning Leopold II liet een groot aantal planten uit Congo naar België verschepen voor zijn Wintertuin. De Wintertuin is het belangrijkste en grootste gebouw van de Koninklijke Serres. Alphonse Balat bouwde een vernuftige constructie. De serres bestaan vooral uit ijzer en glas. De dakconstructie wordt ondersteund met een Dorische zuilgalerij. De Wintertuin heeft een diameter van zestig meter en is dertig meter hoog.Kew Gardens
Alphonse Balat en Leopold II hebben elkaar vaak gesproken. De koning bemoeide zich intensief met het ontwerp. De koning was waarschijnlijk onder de indruk van Kew Gardens en wilde zelf ook een dergelijke overdekte tuin met exotische planten. Naast de Wintertuin bouwde Balat de Palmenserre, de Kongoserre, de Dianaserre en de Kapelserre, die ook wel IJzeren Kerk wordt genoemd.Koningsbad
In deze IJzeren Kerk liet koning Leopold III in de jaren dertig van de twintigste eeuw een zwembad aanleggen met dubbele duikplank en een stukje wit zandstrand. De koning kon zich hier in de rimboe wanen. De kronkelende waterpartij wordt omgeven door tropische planten. Het strandje is inmiddels verdwenen, maar het bad bestaat nog. Het zwembad heeft een inhoud van ongeveer 200.000 liter water. Het koningsbad werd in de tijd van koning Albert II nog gerenoveerd, maar is helaas niet toegankelijk bij een bezoek aan de serres.Verwarming
De serres werden vroeger met veertig kolenketels verwarmd. De ketels stonden verspreid in twintig ketelkelders op het koninklijke terrein. Tientallen personeelsleden hadden daar werk aan. Later gebruikte men stookolie als brandstof voor de ketels. Met leidingen werd hiervoor een half miljoen liter per jaar aangevoerd. Tegenwoordig worden de serres verwarmd met de restwarmte van de vuilverbrandingsoven van Neder-Over-Heembeek. Dat is natuurlijk veel milieuvriendelijker.(Dit artikel kwam met hulp van Frits Schetsken tot stand)
PS
Wie leest weet meer en begrijpt beter. In onze gewaardeerde nieuwsbrief staan veel tips en wetenswaardigheden over geschiedenis en cultuur waar u echt iets aan heeft. Lees Door de Nederlandse Geschiedenis en Leven in de delta als u meer wilt weten over de geschiedenis van Nederland.Ontvang elke werkdag gratis geschiedenis per e-mail
Lees verder: geschiedenis van België
BelgiëKastelen België
Leestip
Een informatieve gratis nieuwsbrief over geschiedenis. Interessante verhalen over Historische Plaatsen, Kastelen, Royalty, WO2 en Wetenschap.
Al twintig jaar een begrip in Nederland bij liefhebbers van geschiedenis.
Mis niets ...
Neem nu een abonnement op onze
Gratis Nieuwsbrief
Mis niets ...
Neem nu een abonnement op onze
Gratis Nieuwsbrief
Geschiedenis Nederland

Leven in de delta
Nederlandse Kastelen

Nederlandse kastelen
Betrouwbare informatie kost veel tijd en geld, maar dankzij onze populaire producten heeft u op onze website toch gratis toegang.