Cruquius en de droogmaking van de Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Aan de ringvaart van de Haarlemmermeer staat in het stoomgemaal Cruquius nog de originele pompinstallatie opgesteld, waarmee in 1849 met twee andere gemalen werd begonnen met de drooglegging van de Haarlemmermeer.Drooglegging
Nadat de stoomgemalen drie jaar in actie waren geweest kon men het nieuwe land in gebruik nemen. De Cruquius werd later vervangen door modernere gemalen en werd daardoor overbodig. In 1932 werd het stoomgemaal ingericht als museum van industriële geschiedenis. Het gewonnen land kreeg aanvankelijk een agrarische bestemming. In de twintigste eeuw kwam de luchthaven Schiphol en werd Hoofddorp de belangrijkste gemeente in de Haarlemmermeer.Nederland waterland
Als we oude kaarten van Nederland bekijken valt direct de andere vorm op. Nederland leek wel een gatenkaas. Het groene land was bevlekt met blauwe waterpartijen. Wateroverlast door regen- en kwelwater was een euvel waarmee bewoners van het lage deel van Nederland regelmatig te maken hadden. In 1798 werd de Rijkswaterstaat opgericht. De noodzaak van centrale aansturing werd aanvankelijk in twijfel getrokken. Pas na de watersnood van 1861, toen vrijwel het hele rivierengebied werd getroffen, begon het bij plaatselijke bestuurders te dagen dat een centrale aanpak van de waterbeheersing van cruciaal belang was.Dit wil niet zeggen dat de aanpak van de 'gatenkaas', niet eerder werd aangepakt. Al vanaf de elfde eeuw werd in Zeeland land ingepolderd. Vanaf de zestiende eeuw werd met molens het water uit plassen weggepompt. Vanaf de zeventiende eeuw werden ambitieuzere plannen ontwikkeld. Een goed voorbeeld hiervan is de droogmaking van de Beemster (1608-1612). Deze polder staat sinds 1999 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Vooral tijdens het bewind van koning Willem I (1815-1840) werden veel verbeteringen aangebracht op het gebied van het beheer van wegen en kanalen. Er werden kanalen gegraven om de economie van het achterland leven in te blazen en de toegang tot de zeehavens werd verbeterd. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd besloten tot de aanleg van de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal.
Drooglegging Haarlemmermeer
Tijdens een bezoek aan de stad Amsterdam in 1837 was door de bestuurders eindeloos gepraat met koning Willem I over het gevaar dat de Waterwolf voor de hoofdstad betekende. In de voorgaande winter had een zware storm het water tot bij de Amsterdamse Haarlemmerpoort gebracht. Vroeger of later zou dat tot een grote ramp leiden. De bestuurders van Amsterdam vroegen koning Willem I de regie in handen te nemen, omdat via de bestuurlijke weg geen oplossing te verwachten was. De drooglegging van de Haarlemmermeer was vooral een economisch probleem. Er was eigenlijk geen geld beschikbaar om het grote meer droog te malen. Dankzij koning Willem I lagen binnen korte tijd serieuze plannen op tafel voor de tot dan toe grootste drooglegging en hoewel de staatskas bijna leeg was bleek het gewaagde plan toch financierbaar. In 1839 werd een wetsvoorstel aangenomen voor de droogmaking van de Haarlemmermeer, gebaseerd op het plan van F.G. Baron van Lynden van Hemmen (1761-1845).Stoomgemaal in Haarlemmermeer
In plaats van windmolens kozen de technici voor de relatief nieuwe toepassing van het stoomgemaal. Stoom betekende een enorme verbetering. Elk stoomgemaal kreeg een capaciteit van driehonderd windmolens. Er werden drie stoomgemalen gebouwd die de namen kregen van beroemde waterstaatkundigen: Leeghwater, Lijnden en Cruquius.In 1847 begon de bouw van het naar Nicolaus Samuelis Cruquius vernoemde Cruquius stoomgemaal. Het gebouw werd ontworpen door de Nederlandse waterstaatsingenieur Jan Anne Beijerinck (1800-1874). Voor het ontwerp van de machines kregen de Nederlanders hulp van de Engelse technici Joseph Gibbs en Arthur Dean. De stoommachine van de Cruquius werd gebouwd door Harvey & Co in Hayle (Cornwall). Ook de pompen werden door Fox & Co te Falmouth in Cornwall vervaardigd. De Amsterdamse firma Van Vlissingen & Dudok van Heel fabriceerden de balansarmen en stoomketels voor het stoomgemaal Cruquius.
De drie stoomgemalen draaiden continu om het water uit de Haarlemmermeer weg te pompen. Na drie jaar was het meer drooggelegd, maar dit betekende niet dat er voor de Cruquius geen werk meer was. Omdat polderland per definitie lager ligt dan de omliggende gebieden bleef het stoomgemaal in dienst om overtollig water uit de polder te pompen. Het gemaal kreeg in 1860 met vier nieuwe ketels nog een belangrijke uitbreiding. In 1888 waren de ketels van Cruquius versleten. De tien ketels werden gesloopt en vervangen door acht ketels met een hogere stoomdruk en dus een hoger rendement. In 1912 werd de Cruquius voor actieve dienst overbodig en veranderde de status van het technische wonder in reservegemaal.
Museum Cruquius
Na de officiële sluiting van de Cruquius in 1933 trok het Koninklijk Instituut van Ingenieurs alle registers open om sloop van het stoomgemaal - een voor Nederland belangrijk industriële monument - te voorkomen. Het stoomgemaal zou een museum moeten worden en om dit doel te verwezenlijken nam het Koninklijk Instituut van Ingenieurs het gemaal voor een symbolisch bedrag over. Een jaar later werd de Stichting de Cruquius opgericht die een museale taak kreeg. Het museum werd gevestigd in de voormalige ketelruimten.Als u nu het museum Cruquius bezoekt ziet u een 'stoomgemaal in beweging'. Dit is niet geheel juist, want in 1933 werden de stoomketels gesloopt. Het gemaal met de enorme balansarmen wordt tegenwoordig aangedreven door een hydraulisch systeem. In juni 2002 werd de Cruquius officieel weer in beweging gezet door kroonprins Willem-Alexander.
In het museum komt u veel te weten over de droogmaking en inpoldering van Nederland. Met maquettes en afbeeldingen komt ook de kijker aan zijn trekken. Overigens moet u ook het gebouw zelf eens goed bekijken. Het gemaal heeft veel neogotische elementen, zoals kantelen, steunberen en spitsbogen. Bijzonder aan Cruquius zijn ook de fraaie gietijzeren balansarmen, trappen en pilaren.
Ligging stoomgemaal Cruquius
Het stoomgemaal De Cruquius ligt vlakbij de brug over de Ringvaart van de Haarlemmermeer bij het gelijknamige dorp Cruquius. Naast het poldermuseum bevindt zich een theehuis en even verderop knaagde de aanleg van een meubelboulevard ten zuiden van de N201 aan het typische Nederlandse polderlandschap.Het museum Cruquius ligt aan de provinciale weg N201 in Noord-Holland. Vanuit Hoofddorp kunt u het historische gemaal Cruquius ook per bus bereiken.
PS
Wie leest weet meer en begrijpt beter. In onze gewaardeerde nieuwsbrief staan veel tips en wetenswaardigheden over geschiedenis en cultuur waar u echt iets aan heeft. Lees Door de Nederlandse Geschiedenis en Leven in de delta als u meer wilt weten over de geschiedenis van Nederland.Ontvang elke werkdag gratis geschiedenis per e-mail
Lees verder: geschiedenis Noord-Holland
Noord-HollandMuseum in Noord-Holland
Leestip
Een informatieve gratis nieuwsbrief over geschiedenis. Interessante verhalen over Historische Plaatsen, Kastelen, Royalty, WO2 en Wetenschap.
Al twintig jaar een begrip in Nederland bij liefhebbers van geschiedenis.
Mis niets ...
Neem nu een abonnement op onze
Gratis Nieuwsbrief
Mis niets ...
Neem nu een abonnement op onze
Gratis Nieuwsbrief
Geschiedenis Nederland
Leven in de delta is een aantrekkelijke geschiedenisbundel en een reis door de tijd en door Nederland. U ziet Nederland door de ogen van een liefhebber van geschiedenis: beleef het verleden van ons land aan de hand van opzienbarende feiten en mooie verhalen.Leven in de delta
Nederlandse Kastelen
Met 'Nederlandse kastelen: van motte tot buitenplaats' heeft Ben Hendriks een zeer toegankelijke studie geschreven over de geschiedenis van Nederlandse kastelen en het leven op kastelen door de eeuwen heen.Nederlandse kastelen
Betrouwbare informatie kost veel tijd en geld, maar dankzij onze populaire producten heeft u op onze website toch gratis toegang.