Prins Hendrik: het reddingwezen en het Oranje Kruis
Ramp met Berlin

Foto: Prins Hendrik bij de uitreiking van de Prins Hendrik-medaille in 1912
In februari 1907 was prins Hendrik getuige geweest van de ondergang van de veerboot Berlin bij Hoek van Holland. Hij gebruikte bij de reddingsoperatie zijn functie van viceadmiraal om met de loodsboot Hellevoetsluis naar de rampplek te varen. Aan boord deelde hij dekens uit aan de sterk afgekoelde passagiers, hielp hij hen bij het drinken van koffie met cognac en kreeg een ovationeel applaus toen hij weer voet aan wal zette. In de weken en maanden die volgden werd hij geëerd als zeeheld.Hendrik begreep dat de reddingmaatschappij goed werk had verricht, maar dat een betere coördinatie bij rampen geen overbodige luxe was. Tijdens een reddingsoperatie moest duidelijk zijn wie de leiding heeft en dienden ook de andere taken goed verdeeld te zijn.
Oprichting
In deze jaren kreeg veiligheid meer aandacht. In 1895 kwam de Veiligheidswet tot stand en in 1904 werd een staatscommissie in het leven geroepen om het onderwijs aan te passen en te zorgen voor eerste hulp bij bedrijfsongevallen. Eind mei 1909 ontving de Groningse arts Herman Bekenkamp (1866-1941) een uitnodiging van prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin (1876-1934) voor de oprichtingsvergadering van de Nationale Bond voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken in Paleis Kneuterdijk in Den Haag. "Een talrijk gezelschap, bestaande uit vertegenwoordigers van een vijfentwintigtal Nederlandse organisaties, die zich geheel of gedeeltelijk bezig hielden met de praktijk van het Reddingwezen of Eerste Hulp bij Ongelukken, waren daar bijeen," schreef Bekenkamp in het 'Gedenkschrift', dat ter gelegenheid van het twintigjarig jubileum in 1930 verscheen. De Nationale Bond voor Reddingwezen en EHBO was geboren. Bekenkamp koos een uitspraak van prins Hendrik als motto voor de jubileumuitgave: "Voor snelle en oordeelkundige hulp bij rampen is samenwerking nodig, niet echter een zodanige die onder de drang van de omstandigheden wordt geboren, maar samenwerking, die systematisch wordt bestudeerd en voorbereid." De uitspraak van prins Hendrik werd het richtsnoer voor het Oranje Kruis.Rampen
Het werd tijdens de bijeenkomst in paleis Kneuterdijk op 8 juni 1909 al snel duidelijk dat de hulp uitgebreid moest worden, want niet alleen op zee vonden rampen plaats. Het Oranje Kruis richtte zich ook op spoorwegongelukken, mijnongelukken en natuurrampen. En om dit mogelijk te maken is een goede voorbereiding van alle personen en verenigingen nodig, schreef Bekenkamp. "Met name op het platteland ontbrak nagenoeg alle eerste hulp bij enigszins ernstige ongelukken; eventueel vervoer van gewonden was daar zeer primitief. Maar ook in de grote steden bestond eigenlijk nergens een eerste hulpdienst; ook hier werden ernstig gewonden of schijndode drenkelingen zonder enige behoorlijke kennis door de zogenaamde helpers op of in voertuigen 'geladen' en hoogstens onder geleide van een politieagent naar een ziekenhuis vervoerd en het gevolg was vaak, dat de ongelukkigen door deze slechte hulp, of liever door gemis aan goede hulp, bij aankomst daar dan inmiddels al overleden bleken te zijn."Oranje Kruis
Pieter Rudolf Mees - een telg uit de Rotterdamse bankiersfamilie die ook korte tijd Kamerlid (1905-1909) was voor de Vrijzinnig-Democratische Bond - stelde als voorzitter van het Rode Kruis voor om het Oranje Kruis te voeren "op een veld van Mecklenburgs blauw". Met instemming van alle aanwezigen verzocht de hoogleraar Christiaan Bernhard Tilanus (1856-1943), voorzitter van de vereniging Eerste Hulp bij Ongelukken, prins Hendrik het voorzitterschap te aanvaarden. Op de constituerende vergadering op 28 april 1910 in het Koninklijk Paleis in Amsterdam, werden de statuten en het huishoudelijke reglement vastgesteld. "Zijne excellentie, de minister van Binnenlandse Zaken, mr. Th. Heemskerk het woord verkrijgende, spreekt allereerst namens de regering een woord van dank voor de uitnodiging om deze vergadering bij te wonen, blij met zijn aanwezigheid en blijk van instemming te kunnen geven, en hij spreekt die dank ook uit namens de commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland, die tot zijn leedwezen die uitnodiging niet kon aannemen, en namens de burgemeester van Amsterdam," noteerde de secretaris in de notulen van de constituerende vergadering.Leerproces
"Wij mogen al wensen, dat er geen ongelukken voorvallen, toch zullen zij komen," zei minister Theo Heemskerk (1852-1932) tijdens de eerste vergadering toen de taken en bevoegdheden werden verdeeld. De organisatie van het Oranje Kruis zou van elke ramp leren en hoefde niet lang te wachten tot verbeterpunten door de praktijk aangedragen werden. Op 13 en 14 januari 1916 voltrok zich een watersnoodramp rond de Zuiderzee. Een stormvloed viel samen met een hoge waterstand op de rivieren. Hierdoor braken de dijken op tientallen plaatsen. In de provincie Noord-Holland kwamen 19 mensen om het leven, terwijl op zee 32 mensen verdronken. Toen bleek het nut van de getroffen maatregelen, schreef Bekenkamp. "Dezelfde dag nog kon de directeur van het Centraal Bureau (dr. C.J. Mijnlieff) aan het bestuur van de bond meedelen, dat de organisatie paraat was, zodat hij met vertrouwen de komende berichten kon afwachten om snel en goed hulp te verlenen."Watersnood in Nederland
Enkele dagen na de ramp richtte men 'Watersnood in Nederland'. De organisatie coördineerde de hulp aan het getroffen gebied. Er werden 221 zendingen met hulpgoederen (voedsel, dekens, kleding, etc.) naar het rampgebied getransporteerd. Daarnaast installeerden de hulpdiensten barakken voor de verpleging van zieken en er stonden verpleegsters en dokters naast de bedden. Men kon met tevredenheid terugkijken. Het Oranje Kruis had haar nut bewezen. Als we de watersnoodramp van 1906, waarbij de hulp ernstig tekort schoot, vergelijken met de ramp van 1916, "dan springt de zegen van de oprichting van 'Het Oranje Kruis' wel heel duidelijk in het oog," vond Herman Bekenkamp.PS
Wie leest weet meer en begrijpt beter. In onze gewaardeerde nieuwsbrief schenken we veel aandacht aan royalty en koninklijke huizen. Lees Koninklijke Geschiedenis als u meer wilt weten over de geschiedenis van de belangrijkste koninklijke huizen.Ontvang elke werkdag gratis geschiedenis per e-mail
Lees verder: meer Koninklijk Huis
Koninklijk HuisKoninklijk Huis in Nederland
Koninklijke Geschiedenis
Leestip
Een informatieve gratis nieuwsbrief over geschiedenis. Interessante verhalen over Historische Plaatsen, Kastelen, Royalty, WO2 en Wetenschap.
Al twintig jaar een begrip in Nederland bij liefhebbers van geschiedenis.
Mis niets ...
Neem nu een abonnement op onze
Gratis Nieuwsbrief
Mis niets ...
Neem nu een abonnement op onze
Gratis Nieuwsbrief
Koninklijke geschiedenis

Koninklijke geschiedenis
Kastelen en paleizen

Kastelen in Nederland
Engelse koningen en koninginnen

Engelse koningen en koninginnen
Betrouwbare informatie kost veel tijd en geld, maar dankzij onze populaire producten heeft u op onze website toch gratis toegang.