Opstand in Frankrijk
De Franse revolutie maakte een eind aan de regeringsperiode van Lodewijk XVI. Op 21 januari 1793 werd de laatste koning van Frankrijk onthoofd. Zijn vrouw Marie Antoinette zou later dat jaar hetzelfde lot ondergaan. Frankrijk werd een republiek. Een groot deel van de Franse adel stierf onder de guillotine. In 1797 kwam Napoleon in Frankrijk aan de macht. Hij wilde de macht van Frankrijk uitbreiden en veranderde Europa in een slagveld .
Macht Lodewijk XVI
Aan het einde van de achttiende eeuw begon in Frankrijk het besef te groeien, dat het toch eigenlijk vreemd was, dat koning
Lodewijk XVI zo'n grote macht had en het gewone volk niets te vertellen had. De ontevredenheid van de Franse burgers liep hoog op in 1789. De staatsgevangenis, de Bastille, werd op 5 mei 1789 door het volk bestormd en de opgesloten gevangenen werden bevrijd. Zoals het schilderij van Jean-Pierre Louis Laurent Houel laat zien, ging het er niet zachtzinnig aan toe.
De Verlichting

Al vele jaren voor de Franse Revolutie hadden grote Franse denkers als
Voltaire, Montesquieu en Rousseau vraagtekens gezet bij het bestaan van de alleenheerschappij van de Franse koning. In 1748 publiceerde Montesquieu zijn idee van de splitsing van de macht in drie delen: de uitvoerende, de wetgevende en de rechtsprekende macht. Rousseau publiceerde in 1762 zijn "Contrat social" waarin hij voorstelde dat het volk vrij moest zijn en de macht niet aan de koning zou moeten overdragen, maar deze zelf zou moeten behouden.
Ook de ontwikkelingen in Noord-Amerika, waar de nieuwe staten een staatsvorm kregen, waarbij de leiders werden gekozen, maakten grote indruk in Frankrijk en de rest van Europa. Vanaf 1789 ontstonden her en der in Europa opstanden, waarbij het volk aangaf niet met de huidige machtsverdeling te willen doorgaan.
In Frankrijk ging het economisch slecht. Het leger, de koloniale gebieden en de kostbare hofhouding leidden tot grote overheidstekorten. Bovendien was corruptie binnen het staatsbestel eerder regel dan uitzondering. De ontevredenheid en spanning onder het volk groeiden gestaag. Meer en meer raakten de arbeiders en boeren in materiële nood.
De revolutie

Het verloop van de revolutie kan in vier onderdelen worden gesplitst. In de eerste fase werd door de zogenaamde derde stand, die de helft van de stemmen in het parlement bezat, de Nationale Vergadering bijeengeroepen (1789). De koning wilde echter de adel blijven beschermen, waarop de bestorming van de Bastille volgde. In de tweede fase, in de zomer van 1791, werd de koning gevangen genomen. Tijdens de derde fase vonden velen de dood onder de guillotine. Een waar schrikbewind van revolutionairen maakte in de tijd die volgde een einde aan het leven van 50.000 mensen. De vierde fase begon met de terechtstelling van Robespierre in 1794 en de herinrichting van het bestuur. Leden uit de gegoede burgerij verwierven belangrijke posities in de politiek en het maatschappelijke leven. De Franse burger had intussen een afkeer tegen geweld ontwikkeld en kreeg weer oog voor de zaken van alle dag. De levensstandaard moest worden verhoogd.
Guillotine
Zoals gezegd vonden 50.000 Fransen de dood onder de guillotine. De guillotine werd door de revolutionairen gezien als een humaan middel om een executie in het openbaar te voltrekken.
De
guillotine of valbijl werd in de jaren van de revolutie uitgevonden door de geneesheer Joseph-Ignace Guillotin (1738-1814). Eigenlijk was de guillotine geen nieuwe uitvinding, maar een verbetering van bestaande ideeën met valbijlen. Guillotin verbeterde de valbijl door het valmes van een schuine schede te voorzien. In 1792 werd de guillotine bij wet het voorgeschreven middel om de doodstraf uit te voeren.
Napoleon Bonaparte

De Franse Revolutie eindigde toen de generaal
Napoleon Bonaparte (1769-1821) in 1799 als consul aan de macht kwam. Napoleon stelde een regering samen die orde op zaken ging stellen. In de eerste regeringsjaren sloot Napoleon vrede met Oostenrijk en Rusland. Door deze verdragen kreeg hij veel aanzien bij de burgers van Frankrijk. Al snel wilde Napoleon echter meer macht en paste hij de grondwet aan. Hij rekte de benoemingsperiode als consul van tien jaar op tot voor het leven en liet zich vervolgens in 1804 in de Notre-Dame in
Parijs tot keizer van Frankrijk uitroepen. Napoleon was in een dictator met weliswaar grote talenten veranderd. Napoleon voerde talloze bestuurlijke vernieuwingen door, waardoor in Frankrijk een doeltreffend bestuur ontstond. Hij was ook een bekwame wetgever. Hij liet zich hierbij voortreffelijk adviseren door juristen als Cambacérès. Uiteindelijk deden zijn aspiraties om heerser van Europa te worden hem de das om. De rol van Napoleon raakte uitgespeeld na zijn verlies in de
Slag bij Waterloo. Hij werd verbannen naar Sint Helena, waar hij in mei 1821 overleed.
Herdenking
Sinds 1880 herinnert de nationale feestdag van Frankrijk op 14 juli aan twee belangrijke momenten uit de Franse Revolutie. Op 14 juli 1789 werd de
Bastille door het volk bestormd. Een jaar later werd op deze dag op de Champ-de-Mars in Parijs een feest van verzoening gevierd, waarbij de eenheid van Frankrijk centraal stond.
De staatsvorm en de grondwet van Frankrijk kregen veel navolging in veel landen, zoals de Verenigde Staten van Amerika.
PS
Wie leest weet meer en begrijpt beter. In onze
gewaardeerde nieuwsbrief staan veel tips en wetenswaardigheden over geschiedenis en cultuur waar u echt iets aan heeft. Lees
Door de Nederlandse Geschiedenis en
Leven in de delta als u meer wilt weten over de geschiedenis van Nederland.
Ontvang elke werkdag
gratis geschiedenis per e-mail
Lees verder: meer geschiedenis
Hoofdpagina Geschiedenis